Het mode-aanbod bestaat momenteel grotendeels uit fast fashion: goedkope kledij die de laatste modetrends volgt en daarom vaak uit meerdere collecties per seizoen bestaat. Het resultaat is een volle klerenkast, waarvan de gemiddelde Belg 88% het laatste jaar niet meer heeft aangeraakt. Deze vorm van overconsumptie is de norm geworden, maar achter elk kledingstuk zit een heel verhaal.

Veel kledij wordt gemaakt van katoen, maar de teelt ervan vraagt een waanzinnige hoeveelheid water: een kilo katoen verbruikt gemiddeld 8 000 liter water. Het katoen wordt eveneens behandeld met duizenden chemicaliën om het kreukvrij te maken, te bleken en te verven. Hetzelfde geldt bij andere natuurlijke stoffen en kunststoffen.

Daarnaast verwerken arbeiders in lageloonlanden de stoffen vaak in penibele omstandigheden. Sinds de ramp van Rana Plaza in 2013 kan niemand nog ontkennen dat onveilige en ongezonde omstandigheden de norm zijn in de mode-industrie.

Kort samengevat: Buy Less. Choose well. Make it last. (Vivienne Westwood)